Isolatiebegrippen

Lambda-waarde = λ-waarde = warmtegeleidingscoëfficiënt

De lambda-waarde geeft de warmtegeleidbaarheid van een materiaal aan. Ze geeft de gemeten waarde aan van een hoeveel warmte een materiaal doorlaat in 1 seconde bij een dikte van 1 meter, een oppervlakte van 1 m² en bij een temperatuursverschil van 1 Kelvin tussen beide zijde.

Hoe lager de thermische geleidbaarheid, hoe beter het materiaal isoleert.

De warmtegeleidingscoëfficiënt geeft deze waarde aan en is een materiaalconstante. Ze wordt uitgedrukt in W/mK. Deze coëfficiënt is afhankelijk van de temperatuur, vochtgehalte en dichtheid. De lambda-waarde houdt geen rekening met de dikte van het materiaal. Als een bepaald materiaal een grotere lambda-waarde heeft dan een ander, kan deze hetzelfde isolerende effect hebben met een dikkere laag.


Warmteweerstand= R-waarde

De R-waarde of de warmteweerstand geeft het isolerend vermogen aan van een materiaal, of anders gezegd: de R-waarde is de mate waarin het materiaal het warmteverlies tegenhoudt. De R-waarde wordt uitgedrukt in m²K/W.

Hoe hoger de R-waarde, hoe minder warmte het materiaal doorlaat, hoe beter isolerend.

De R-waarde wordt berekent door de dikte van het materiaal, in meter, te delen door de lambda-waarde. Dikte van het materiaal (m) / lambda-waarde = R
Hoe dikker het materiaal, hoe beter dat materiaal isoleert. Een dubbel zo dikke laag heeft proportioneel een dubbel zo grote warmteweerstand.


U-waarde

De U-waarde (of k-waarde, met een kleine k) van een constructiedeel geeft aan hoeveel warmte er per seconde en per m² verloren gaat als het temperatuurverschil tussen binnen en buiten 1°C is.
Hiervoor gelden specifieke maximale U-waarden -> U-max. Om dit warmteverlies voor een constructiedeel uit te rekenen, heb je de isolatiewaarden en de diktes van elk materiaal van dat onderdeel nodig. De U-waarde, uitgedrukt in W/m²K, is het omgekeerde van de R-waarde (dus U=1/R). Dit is niet het geval voor vloeren, want de U-waarde wordt hier met een andere berekening bepaald.

Hoe lager de U-waarde, hoe beter het materiaal isoleert.


K-peil

Het K-peil van een woning geeft aan hoeveel warmte er verloren gaat door de buitenmuren, vloer, dak, vensters, etc … Deze term houdt ook rekening met de compactheid van het gebouw: een gebouw dat een groot contactoppervlakte heeft met buiten en toch goed geïsoleerd, is zal meer warmte verliezen. Hoe compacter het gebouw, hoe kleiner het K-peil.

Het K-peil wordt berekent aan de hand van de U-waarde van de aparte onderdelen, zoals dak, vloer, etc …


S-peil = schilpeil

Het ’S-Peil’ of 'schilpeil' drukt de energie-efficiëntie van de gebouwschil uit. Het vat alle energetische kwaliteiten van de schil (zowel de winsten als de verliezen) samen tot één getal.

Hoe energie-efficiënter de bouwschil (buitenmuren, ramen, dak, vloeren, ...), hoe lager en hoe beter het S-peil.


E-peil

Het E-peil drukt de globale energieprestatie van uw woning uit. Hoe lager het E-peil, hoe minder energie een woning nodig heeft voor ruimteverwarming, de productie van sanitair warm water, elektriciteit, …


Koudebruggen

Hieronder verstaat men bouwdelen die sneller afkoelen dan delen die zich direct daarnaast bevinden, omdat ze bijvoorbeeld slecht geïsoleerd zijn. Koudebruggen leiden niet alleen tot hoge energieverliezen, maar vaak vormt zich op deze plekken condenswater en ontstaat er schimmel.

Koudebruggen die ontstaan zijn door constructieve fouten of verkeerde isolatie, kunnen vaak moeilijk worden verholpen. Dat is vooral het geval als de koudebruggen door bepaalde toepassingen van materialen ontstaan. Koudebruggen kan je alleen vermijden als er een professioneel isolatieconcept aanwezig is en de isolatie vakkundig geplaatst wordt.
Waar isolatie onderbroken wordt en dus niet aansluit, zal er een koudebrug ontstaan.


Transmissieverlies

De transmissieverliezen zijn alle warmteverliezen via de scheidingsconstructies tussen het gebouw en de buitenomgeving, de bodem en de aangrenzende onverwarmde ruimten. De grootte van de transmissieverliezen hangt af van de grootte van de verliesoppervlakken, de isolerende kwaliteit van de constructiedelen en de eventuele aanwezigheid van koudebruggen. Door de transmissieverliezen te beperken, kunnen grote hoeveelheden energie bespaard worden.


Diffusieweerstandsgetal

Het diffusieweerstandsgetal is het getal dat aangeeft hoeveel keer de weerstand van het isolatiemateriaal groter is dan dat van lucht.
Wanneer de waterdampdruk tussen binnen en buiten verschilt, gaat de waterdamp door dampdiffusie van de hogere concentratie naar de lagere concentratie stromen, zodat de hoeveelheid waterdamp in evenwicht wordt gebracht. Het diffusieweerstandsgetal geeft dus de mate weer waarin het materiaal weerstand biedt tegen dit proces.

Deze waarde kan schommelen door de temperatuur of de luchtvochtigheid, maar doorgaans wordt er een gemiddelde genomen. Een perfect damp-open isolatiemateriaal bezit een diffusieweerstandsgetal van 1. Een perfect dampdicht isolatiemateriaal bezit een diffusieweerstandsgetal dat oneindig groot is.